1975 is een memorabel jaar. Er komt een einde aan de Amerikaanse interventie in Vietnam, het is het jaar waarin de Spaanse dictator Franco sterft en koning Carlos de troon bestijgt. De film One Flew Over the Cuckoo’s Nest met Jack Nicholson in hoofdrol sleept een hele trits Oscars in de wacht én op 24 april 1975 loopt de allerlaatste – en dus jongste – Citroën DS van de band: nummer 1.330.755 is een DS23 Pallas in de kleur Bleu Delta.
De wereld staat in brand wanneer in april 1975 de Rode Khmer Phnom Penh binnenvalt. Politieke en militaire kopstukken en ook de meeste buitenlanders zijn de stad ontvlucht, en de Amerikanen beëindigen hun militaire interventie. Ook in het Midden-Oosten spookt het: de Arabische olieproducerende landen hebben twee jaar eerder maatregelen tegen landen afgekondigd die Israël steunden in de Jom Kipoeroorlog. De olieprijs is in 1973 met 70 procent verhoogd en de productie met vijf procent verminderd, waardoor de prijs per vat explosief is gestegen. De zo gecreëerde schaarste leidt tot een ware oliecrisis, autofabrikanten gooien het roer om en laten zich bij de ontwikkeling van nieuwe modellen leiden door brandstofreductie. Citroën maakt een einde aan de samenwerking met Maserati, waarmee een eind komt aan de productie van de legendarische SM. Maar ook onze oude dame, hoewel toch bijzonder goed gestroomlijnd, moet plaatsmaken voor iets wat een nóg betere stroomlijn heeft: de Citroën CX. Op 24 april 1975 stopt Citroën met de productie van de DS. De allerlaatste – en dus jongste – DS loopt na twintig productiejaren van de band: nummer 1.330.755. Opvallend genoeg heeft ook de Citroën CX iets van de DS bij zijn introductie op de Parijse autosalon moest ontberen: een eigentijdse motor. Ook de CX het doen met de motor van zijn voorganger.