Tekst Bram van Oeffelt
Dat de goden van tijd tot tijd neerdalen ter aarde is in de mythologie niet ongebruikelijk. Na een hoogtepunt op aarde dat veelal de crux van de mythe vormt zal de terugreis vermoedelijk zonder al te veel pech onderweg verlopen zijn, want daar hoor je relatief weinig over. Toch viel mijn oog recentelijk op een verzoek om assistentie bij het weder-ophemelen van een godin.
Een bijzonder verzoek dat je niet kunt weigeren zou je in eerste instantie zeggen, maar ook zo’n verzoek vergt een afweging van de aard en omstandigheden van het geval. De lezer van La Bombe Citroën vermoedt waarschijnlijk al dat het niet om Odin of Thor ging, zelfs niet specifiek om Pallas, maar in zijn algemeenheid om de godin van de weg.
Het verzoek was de door de club gemaakte film Made for People: the Myth Citroën DS. Niet echt een snelle reactie dus, want die film dateert al van vorig jaar. Met de oorzaak daarvan – en oplossing daarvoor – zal ik afsluiten, maar toen uit navraag bleek dat het verspreiden van het woord nog steeds gewenst was schreef ik een stukje ter begeleiding van het delen van de film op sociale media. Mijn gebruik daarvan beperkt zicht tot LinkedIn, en daar dat platform toch op zijn minst een zweem van zakelijkheid vraagt, schreef ik het vanuit mijn professie als octrooigemachtigde. Noch de DS zelf behoeft hier introductie of toelichting, noch haar techniek. Maar een blik in het octrooiregister geeft wellicht een aardige kijk op wat er nou precies nieuw was aan die techniek. Door te klikken op de linkjes in de tekst, worden de octrooien zichtbaar.
Zweven op of door de lucht is de goden net zo min vreemd als de DS, maar de auto met luchtvering als zodanig was al in 1922 uitgevonden en geoctrooieerd door George Louis René Jean Messier. Aan het gevoel van zweven op wolken dat zo’n luchtvering (het pneumatische aspect van de vering) je geeft, voegde Citroën echter een dimensie toe door met oliedruk (het hydraulische aspect) de hoogte waarop de auto zich bevindt steeds automatisch aan een met een handle instelbare waarde aan te passen. Wanneer je de kofferbak vol laadt, corrigeert de auto zijn inzakking ten gevolge van het geplaatste gewicht automatisch, en daar kregen ze een octrooi op.
Maar dat was niet het enige. De nu toch aanwezige oliedruk werd gebruikt om tal van zaken aan te sturen. Stuurbekrachtiging om mee te beginnen, een hydraulisch bediende versnellingsbak en een daarmee samenwerkende automatisch bediende koppeling, zodat je om te schakelen het gas alleen maar los hoeft te laten, een verfijnd pookje op het dashboard in de beoogde versnelling zet, en weer gas geeft. Schakelen en koppelen worden voor je gedaan.
Het gevoel van zweven op lucht werd nog eens versterkt door de geoctrooieerde zittingen waarin je zo’n 20 centimeter wegzakt en of het nou helemaal de bedoeling was of niet: de vrije slag van het futuristische eenspaaksstuurwiel in combinatie met de lichte maar ook ietwat indirecte controle over de richting waar je auto heen dirigeert nemen het laatste restje contact met de aarde weg. Gelukkig werd enkele jaren na de introductie een techniek ontwikkeld en geoctrooieerd om wel goed te zien waar je rijdt: de meesturende koplampen.
Onsterfelijkheid is de goden niet vreemd. En over het ontwerp van deze auto durf ik hetzelfde wel te zeggen: mooier is het in de autogeschiedenis niet gelukt. Maar octrooien verlopen en techniek veroudert. DS’en zijn inmiddels tussen de 45 en 65 jaar oud. En het aan de praat houden van zo’n eigenlijk veel te complexe machine vergt – zeker als het een erg vroeg exemplaar is – soms enig volharding en doorzettingsvermogen. De keus voor een vervoersmiddel is voor velen een rationele. En dan kom je op deze auto niet meer uit.
Zelf zie ik klassieke auto’s meer als verzamelobjecten en museumstukken dan als vervoersmiddelen. Uit milieuoverwegingen reis ik nagenoeg altijd per fiets en trein. Ook auto-evenementen doe ik eigenlijk nooit aan, en zo had ik ook mijn DS club-lidmaatschap ooit stopgezet. Maar ik spiekte weer eens op de website en zag de oproep. Ik twijfelde aanvankelijk of ik die wilde delen, want het gebruik van een auto met een verbrandingsmotor kan ik naar eer en geweten niet propageren.
Maar toen ik afgelopen winter besloot dat ik elektrisch wilde gaan rijden viel de keus op elektrificatie van mijn 404. Niet op een DS. En dit zegt iets over hoe bijzonder ik de DS vind. Die boodschap besloot ik dus toch te delen, maar niet nadat ik aan het doel van de film voorbij was gelopen natuurlijk: één (her)nieuw(d) lid heeft de club in ieder geval aan deze film te danken!