Tekst Rob Hoen
In de 22ste aflevering van DS Podcast ontvangt Hans Groenhuijsen twee bijzondere gasten die weliswaar officieel met pensioen zijn, maar nog lang niet achter de geraniums zitten. Integendeel, voormalig Simca, Peugeot- en Citroën-dealer Henk Visscher en oud-directeur Public Relations van Citroën Nederland Erik Vehaest zijn nog steeds actief betrokken bij de wereld van klassieke auto’s. Een kijkje in de keuken van Citroën. Een thema in deze podcast is of het merk nog wel een identiteit, een ziel heeft.
Henk Visscher
Betuwenaar Henk Visscher is de jongste van een tweeling. Hij is geboren in Tricht bij Buurmalsen. Na het doorlopen van de mavo, havo en vwo begon hij aan de Heao, maar die rondde hij niet af. Maar niet getreurd, op 1 april 1978 trad hij in dienst bij het familiebedrijf van zijn vader. Die was sinds 1951 eigenaar van een garagebedrijf en werd in 1961 dealer van het toen populaire automerk Simca. In 1982 werd Henk Peugeot-dealer en een jaar later, in 1983, nam hij het bedrijf officieel over als directeur-eigenaar. In 2003 kwam ook Citroën als merk bij het bedrijf.
Henk Visscher heeft altijd veel waarde gehecht aan de rijke geschiedenis van deze Franse automerken. Zo kocht hij, toen hij eenmaal Citroën-dealer werd, meteen een DS23IE Pallas. “Je kunt nu eenmaal niet vooruitdenken zonder terug te kijken”, vindt hij. Vanaf zijn veertigste begon hij zich te verdiepen in oldtimers. In 1997 kocht hij zijn eerste klassieker: een Peugeot 404 die hij nog altijd bezit. Daarna begon het echte verzamelen, wat uiteindelijk leidde tot de oprichting van een museum in Buren na zijn pensionering. Zonder een vooropgezet plan groeide de verzameling uit tot wat nu Visscher Classique geworden is: een museum met meer dan 100 auto’s van uiteenlopende bouwjaren. In de collectie bevinden zich meerdere modellen uit de Citroën D-serie: een ID19 uit 1958, een ID19 Ambulance uit 1963, een DS21 Pallas uit 1967, een ID20 Break uit 1972 en als kroonjuweel een DS21 Cabriolet uit 1972.
De voorliefde voor de Citroën DS begon al op jonge leeftijd. In Leerdam zat schildersbedrijf Verwey. De directeur reed in een DS. Die maakte veel indruk op Henk. Hij kan kiezen uit meer dan honderd auto’s, maar vandaag de dag rijdt hij vooral met de cabriolet mooie toertochten met zijn echtgenote Christa, ook in het moederland van de DS. “Tien dagen rijden door Frankrijk, leven als God in Frankrijk, zonder God te worden”, zegt hij. Henk is een gelovige en bescheiden man. Hij voelt zich bevoorrecht, maar zonder zichzelf boven anderen te plaatsen.
Overigens zijn de reacties van het publiek in Frankrijk onderweg fantastisch, veel warmer en oprechter dan in Nederland. Hoe komt dat toch? Jaloezie misschien? Of is dat gewoon de Hollandse inborst? Maar ook de kleinere ritjes in de directe omgeving zijn bijzonder. Bijvoorbeeld samen Christa naar de Voorstraat in Beesd om een ijsje halen: zij kiest vanille en chocolade, Henk gaat voor vanille met citroen. Dat laatste kan geen toeval zijn. En dan op een mooi plekje samen genieten, om daarna nog even heerlijk rond te toeren. Dat is voor Henk en Christa puur geluk. Ogenschijnlijk kleine dingetjes gaan dan tellen, als je het besef maar hebt. Het is de kers op de taart, want we zijn nu eenmaal in kersenland de Betuwe.
Erik Verhaest
De uit het Belgische Gent afkomstige Erik Verhaest was jarenlang het gezicht van Citroën Nederland op het gebied van public relations. Als voormalig directeur PR speelde hij een sleutelrol in het positioneren van het merk binnen de Nederlandse markt, met een scherp oog voor zowel traditie als innovatie.
Met zijn natuurlijke gevoel voor stijl, media en erfgoed speelde Verhaest een leidende rol in de organisatie van diverse grootschalige evenementen. Zo was hij bijvoorbeeld verantwoordelijk voor het grootse 75-jarig jubileum van Citroën in de Beurs van Berlage. Maar er is een hele waslijst aan Citroën-evenementen te noemen waarin hij een rol gespeeld heeft. Een greep uit die lijst: mede-organisator en reisleider Paris-Moscou-Paris (1984), equipechef Opération Dragon met de Citroën AX Hong Kong – Peking (1988), initiator Citroën Contact en mede-opstarter CitroMobile (1995). Ook was hij de contactpersoon voor de Citroën ID/DS Club Nederland vanaf de oprichting in 1979.
Erik heeft nooit een nieuwe auto gekocht. Wel heeft hij in dienst van Citroën Nederland natuurlijk diverse nieuwe dienstauto’s gehad. Hij heeft altijd een oldtimer gereden vanaf het behalen van zijn rijbewijs. In de Peugeot 203 van zijn moeder bijvoorbeeld. Zijn eerste auto in 1969 was een Volvo 544 uit 1963, daarna volgden nog er nog vier Volvo’s 121. Maar eenmaal in dienst bij Citroën moest de Volvo weg en plaats maken voor een Citroën. Zijn eerst DS als oldtimer -toen was het nog een youngtimer- kocht Erik in 1982. Daarna volgden nog vijf DS’en totdat hij in 1995 een Amerikaanse eerste neus DS19 cabriolet kocht. Na bijna 20 jaar heeft hij er 400.000 kilometer meer gereden. Die heeft hij verkocht in 2023 om plaats te maken voor een Peugeot 504 cabriolet.
Na zijn pensionering in 2008 verhuisde hij met echtgenote Yvonne naar het gehucht Sainte-Alauzie (Lot) in Frankrijk. De plaats maakt deel uit van het arrondissement Cahors. Ook daar blijft Erik actief in de klassiekerwereld en richt hij de SACAR op (Sainte-Alauzie Club Auto Retro). Hier zijn alle merken oldtimers welkom.
Erik’s Citroën-carrière laat zich misschien het best samenvatten aan de hand van een aantal quotes en statements, waaruit zijn respect voor het verleden en zijn blik op de toekomst blijkt.
- De historie van een merk is als een anker en zorgt voor een ziel. Erik heeft altijd het ‘functionele verleden’ van Citroën verdedigd bij een vaak forse tegenwind. Japanse merken bijvoorbeeld hebben vanaf 1965 verwoed geprobeerd een imago te creëren. “Dat missen zij nog steeds”, aldus Erik.
- Als er in 1955 bij Citroën een afdeling marketing had bestaan was de Citroën DS er nooit gekomen.
- De huidige Automobiles DS-lijn is een marketeers-auto; het mist de ziel van een échte Citroën. Ik vind het een vorm van grafschennis, het schept verwarring en vertroebelt het imago van de échte DS.
- In 1994 vroeg Erik aan de algemeen directeur Claude Satinet waarom Citroën zo spastisch omsprong met haar verleden. Het verbluffende antwoord was als je geen toekomst hebt, moet je ook niet over je verleden praten.
- Over het Conservatoire: Erik was goed bevriend met Jean-Paul Cardinal en Marcel Allard. Dat waren de beschermengelen van de historische Citroëns die later de trots zouden worden van het Conservatoire. Die hebben hem ooit de collectie laten zien. Heimelijk verstopt voor de buitenwereld op een zolder in La Ferté Vidame (de drie 2CV prototypes) en in sombere Parijse parkeergarages. De directie had het niet zo met die ‘vieux tacots’ (oude meuk). Zij waren het die ter gelegenheid van RetroMobile aan Jean-Martin Folz, President van PSA, delen van de collectie lieten zien. Uiteindelijk zou Pierre Peugeot (!) in 2001 het Conservatoire openen.