Niet veel lezers zullen de Stichting Partnergarages kennen. Deze stichting is z’n twintig jaar geleden opgericht om conflicten op te lossen over de kosten van restauraties en onderhoud van de DS. In die tijd deden er veel verhalen de ronde over exorbitante kosten voor restauraties en onderhoud. Kosten die van tevoren niet waren afgesproken, dan wel in overleg tot stand gekomen. Er was behoefte aan deskundige bemiddeling. Uiteindelijk is de stichting opgericht met een bemiddelingscommissie, voorzien van juridische- en inhoudelijke kennis en een bemiddelingsproces. De stichting staat formeel los van onze vereniging. Wel zijn er drie bestuursleden van de vereniging bestuurslid van de stichting. Na de oprichting zijn 22 garages lid geworden van de stichting en zij verbonden zich bij een conflict aan het oordeel van de bemiddelingscommissie.

In de afgelopen twintig jaar is er driemaal een vraag voor bemiddeling voorgelegd aan de commissie. Op dit moment zijn nog twaalf garages lid van de stichting. De samenstelling van de commissie is voor het bestuur best een opgave en deze opgave ligt nu ook aan de orde. Niet dat er vraag voor bemiddeling is, er zijn gewoon geen actieve leden.

De vraag is dan ook aan de orde, moet de stichting in de huidige vorm wel verder? Immers, er is weinig vraag en het is grote opgave om commissieleden te vinden. Daarnaast is de consumentenwetgegving verbeterd. Het bestuur van de stichting heeft de deelnemende garagisten uitgenodigd om met hen te overleggen over de ontstane situatie. Op 6 november heeft dat overleg met vijf van hen plaatsgevonden. Opvallende conclusie is, dat de garagisten aangeven laat de stichting in elke geval in de huidige vorm bestaan. De wetgeving mag dan wel veranderd zijn, maar de praktijk blijft toch weerbarstiger. Het gaat er niet zo zeer om het gebruik van de stichting, als wel het bestaan.

Het overleg leverde ook een paar andere inzichten op. In de beleving van de garagisten staan veel DS’en stil. Zij hebben wel behoorlijk werk, al verandert dat werk wel. Het aantal grote restauraties neemt af en er wordt langer gewacht met onderhoud. Zij vragen de club om zich in te zetten op de beschikbaarheid van kwalitatief goede onderdelen.

Een nuttig overleg dus, zeker nu we discussiëren over de toekomst van de club.

Gerrit van Hofwegen
voorzitter