Tekst Laurens Ebberink
Foto’s Leo van Valen, Harry de Bliek, Dick Esselink
Met dank aan: Albert-Jan Bulder, Dick Esselink, Harry de Bliek, Leo van Valen, Peter Stiphout e.a.
Je gaat met allerlei mankementen aan je DS gewoonlijk naar je vertrouwde DS-garage. Maar er blijven altijd kleine ergernissen waar je best eens zelf mee aan de slag kunt gaan. Sleutelen aan je DS is ook leuk en bevredigend als het je lukt om een probleempje op te lossen.
Zo hebben we een keer een 72-er dame geholpen om een onwelriekende okselgeur van benzine op te lossen. Typisch zo’n veel gehoorde klacht waar een hoop tijd in zoekwerk verloren kan gaan. Het model in kwestie was een DS21 carburateurversie (injectiemodellen zijn wezenlijk anders). Zaterdagmiddag zijn we begonnen met het controleren van de benzinevuldop. Die moet bij voorkeur van een goed sluitende rubberen ring mét aandrukveer voorzien zijn. Veel, met sleutel afsluitbare benzinedoppen zijn in dit opzicht slecht (gemonteerd).
“Zo herinner ik me dat tijdens de rally Le Citron Pressé collegarijders achter mij vertelden dat de benzine in de bochten er met gutsen uitkwam. Sindsdien heb ik een ouderwetse degelijke afsluitdop, zoals het hoort bij de DS, zonder gaatje.”
De dop van de auto in kwestie sloot prima. Omdat we de wagen op de brug hadden staan, konden we mooi even naar de bodemplaat onder de tank kijken. Onder de tank zitten vier sleufvormige be- en ontluchtingsgaten in de bodem. Deze willen nog wel eens, al dan niet opzettelijk, dichtgeslagen of verstopt zijn. Gelukkig was dit hier niet het geval.
Daarna hebben we de benzinetank vrij gemaakt. Bank er uit, gordels weg en de deksel onder de zitting losgeschroefd. De deksel open je als een scharnier naar de voorzijde van de wagen toe.
Direct zagen we al benzinelekkagevlekken in de hoek van de aansluitende slangen. In de rechter voorhoek van de tank zitten twee aansluitingen. Eentje is de melkwitte Rilsan benzinetoevoerslang (1) naar de motor (die zit erin geschoven tot op de bodem bij het benzinefilter) en eentje is de Rilsan beluchtingsslang (2).
Beide zijn met een stukje rubberslang verbonden aan de tank.
Door met twee handen steunend op het midden van de tank hartmassage uit te voeren, hoorden we de beluchtingsslang zuchten en steunen. De rubber bocht van de aansluiting was door ouderdom gescheurd. Dat was snel gevonden en zal in dit geval ook zeker de oorzaak van de benzinegeur zijn. Op de foto is te zien dat een uiterlijk nog net bochtstukje compleet verhard blijkt te zijn als je er eens goed in knijpt.
Een nieuw bochtje is bij de club verkrijgbaar, maar ethanolbestendige (!) benzineslang lukt ook wel. Wat vet en twee nieuwe benzineslangklemmen waren de oplossing
Nu we toch bij de benzinetank zijn, meteen nog even naar de vlotter/indicator voor de benzinemeter in het dashboard gekeken. Boven in het midden-voor van de tank zit met drie schroefjes een vlotter met een variabele weerstand gemonteerd. De kurken pakking wil nog wel eens slecht geworden te zijn. In de latere modellen is dat een rubberen pakking geworden en die worden ook nog wel eens hard.
“Na het vervangen van de aansluiting doe je er goed aan de tank volledig af te vullen. Je kunt dan de aansluiting tussen de brandstofmeter en de tank, eventueel met een beetje druk, goed beoordelen. Op de foto is een lekke afdichting bij een andere auto duidelijk te zien”
De vlotters met een plastic drijvertje zijn nieuw verkrijgbaar, maar je kunt ook even het functioneren van jouw originele bekijken. Nu werkte de vlotter/indicator bij deze dame wel, maar schokkerig.
Hoe werkt dit mechaniek? Het principe zit zo: een soort halfronde schijf is voorzien van gewikkelde koperen weerstandsdraad en deze vormt de ene zijde van de elektrische aansluiting. De andere aansluiting zit aan een koperen lepeltje, een glijder. De glijder beweegt met drijver op de brandstof in de tank mee over de gewikkelde draad. Daardoor wordt de stroom via een kortere of een langere afstand door de koperen weerstandsdraad geleid. Oftewel meer of minder elektrische weerstand. En daar reageert het metertje in het dashboard op. We hebben hem eruit gehaald en met een multimeter de weerstand gemeten. Tijdens het omhoog drukken van de vlotter veranderde de weerstand wel, maar er waren enkele ‘dode’ plekjes. Even schoonmaken, wat contactspray erin spuiten en goed (!) schoonblazen was voldoende om de meter weer rustig te krijgen.
Na het voltanken weten we zeker dat de tankafsluitingen dicht zijn is en de benzineluchten verdwenen zijn. Leuk toch?
“Het behoeft geen betoog dat werken aan de tank en benzineleidingen alleen in een goed beluchte garage of buiten dient te gebeuren en dat vuur uit den boze is.”
- Dit is een algemeen verhaal op basis van de ervaring aan het beschreven model.
- Check onze website voor meer technische details voor de verschillende modellen.
- Bij de injectiemodellen is de tank en het leidingverloop wezenlijk anders dan bij het beschreven carburateurmodel.
- Gebruik echte benzineleidingklemmen of bijvoorbeeld Ligarex bandjes (De wartel-slangenklemmen drukken gemakkelijker de Rilsanbuis in).
- In de praktijk heeft de club tot nu toe ervaren dat alleen flexibele benzineslang van Cohline echt Ethanolbestendig is.
- Rilsan slangen en aansluitsets zijn bij de club verkrijgbaar.