Nummer 413 – November 2021
Editorial
Herhaling van zetten
Deze editorial schrijf ik met zwarte vingers. Om de deadline van het clubblad te halen onderbreek ik even de servicebeurt aan mijn trouwe bruine Snoek. Hoe vaak ben ik nu met de vetspuit in de aanslag onder de DSuper gekropen? Ik heb deze wagen, mijn eerste DS, nu op de kop af twintig jaar. In 2001 nam ik haar van mijn toenmalige baas over als eerlijke, harde Snoek met een koelprobleem. Dat koelprobleem was met het schoonmaken van de onderste radia-teurslang snel opgelost. Daarna ben ik gaan rijden. En repareren, restaureren en weer rijden. In het begin was de DSuper gewoon onze gezinswagen. Boodschappen halen en met de kinderen in de Maxi-Cosy op de achterbank op familiebezoek gaan. Nu stappen mijn kids zelf achter het stuur en nemen ze de DS mee voor toertjes met vrienden en vakanties. Maar ik begon met de vraag hoe vaak ik met de vetspuit in de weer ben geweest in die tijd. In het onderhoudsboekje tel ik 14 grote beurten. Die registreer ik. De kleine beurten niet, maar die vallen tussen de grote in. In totaal heb ik dus 27 keer de vooras doorgesmeerd. En 14 keer kleppen gesteld en olie plus filters gewisseld. Er gingen 70 liters olie door, 56 bougies en nog meer benzine en LPG. Maar daarmee heb ik ook 138.890 heerlijke comfortabele kilometers afgelegd. Tot zover deze terugblik. Voor u ligt het novembernummer. Rob Hoen neemt ons mee op wintersport in vervlogen tijden. De technische commissie legt helder uit hoe een veerbol het best zijn werk doet, Hans Kloos laat zien dat zuinig rijden een sport kan zijn en Eltine Kampen doet verslag van de eerste grote toerrit sinds tijden.
Gerald Willemsen
DS-Privé
Wintersport
Nu de coronapandemie over zijn hoogtepunt heen lijkt, gaan we weer met z’n allen op vakantie. Zijn de afgelopen twee zomers nog ganzenbordend op de camping doorgebracht of gewoon thuis aan de keukentafel, nu mogen we weer naar het buitenland. Naar Thailand, Maleisië, Curaçao, Kaapverdië, als het maar ver weg is. De zon aan de Costa del Sol volstaat niet meer. En ’s winters gaan we weer massaal de besneeuwde bergen in; niet met het vliegtuig, maar met de auto. Begin jaren zestig groeit het wintersporttoerisme explosief, mogelijk geworden door de toegenomen welvaart. Het gaat snel, erg snel. Zijn de schilderachtige dorpjes in de Alpen eerst nog kalme, rustieke oorden, waar je in de wintermaanden geen kip ziet, al snel schieten grote hotels, appartementencomplexen en cafés als paddenstoelen uit de grond. Bossen wijken voor skipistes, grote parkeerplaatsen eisen hun eigen ruimte. Want de auto – het ultieme vervoersmiddel van de jaren zestig – moet natuurlijk ergens achtergelaten worden als je op de lange latten van een heel ander soort mobiliteit aan het genieten bent.
Espace technique
Bollen om te zweven
Eindelijk staat de deur van het Espace Technique Rob Lageveen en het magazijn weer open om leden van de club bij grote en kleine problemen op weg te helpen. Eind juni heb ik er op afspraak meteen gebruik van gemaakt. Vanwege de afstand is het voor mij niet zo vanzelfsprekend om ‘even’ langs te gaan. Maar na een ruime tijd van corona-onthouding had ik er duidelijk zin in. Recent heb ik vier oude gedeelde veerbollen op de kop getikt waarvan ik geen idee had wat de technische staat was. De twee oude veerbollen die ik tot nu toe aan de achterzijde had, brachten het veercomfort terug naar die van een modern vervoersmiddel dus dat was een goed excuus om het aan de specialist van de club voor te leggen.
Snoeken, een oud mannetje en een vieze hond
Tijdens onze vakantie van 1996 reden na een bezoek aan Béziers terug naar de camping via een alternatieve route. De D5 had toen nog geen rotondes en we gaven onze AX flink de sporen. Totdat we aan de rechterkant van de weg een blauwe DS voor een bouwvallig huisje zagen staan. Afremmen, omdraaien en het erf op. Al snel kwamen er stapels oud ijzer in zicht en daartussen oude Snoeken.
Toerrit Citro-Classica
Een dag met een gouden randje
Natuurlijk: het was een dag en niet een weekend. Het was wel een vlekkeloos georganiseerde en opvallend feestelijke dag. Veel Citroën-liefhebbers verzamelden zich al vroeg bij Citro-Classique in Borculo: tijd voor koffie en voor de eerste rondjes om elkaars auto heen. Arie Haanepen in ANWB-uniform controleerde vertrekkende auto’s met een raadselachtige covid-test voor de auto’s voordat deze afgevlagd werden: het was alsof we bij de start al iets bereikt hadden.
De strijd om een vingerhoedje minder benzine
Wat bezielt brandstofmaatschappijen om een strijd te laten voeren wie het minste brandstof gebruikt en dat ook nog te belonen. Het zal wel iets met publiciteit te maken hebben. In ieder geval was het voor automobielfabrikanten een uitgelezen kans om als zuinigste tevoorschijn te komen. Zuinigheidswedstrijden zoals de jaarlijks gehouden ‘Mobil Economy Run’ van 1936 tot 1968 waren vooral bekend in de USA en de ‘Caltex Economy Test’ werd vanaf 1957 tot 1961 in Europa gehouden.
En natuurlijk nog veel meer lezenswaardigs deze maand!