Select your language

Beeldcultuur en DS

Foto © Erik Buis

In de achtste aflevering van DS Podcast gaat Hans Groenhuijsen in gesprek met twee beeldmakers: Erik Buis en Rob Hoen. Zij laten hun licht schijnen over de beeldcultuur rondom de Citroën DS. Bij het in beeld brengen van deze auto draait alles om de context of de omgeving waarin we een DS in het straatbeeld zien en de mensen die hem gebruiken. Daarmee krijgt de foto betekenis. Hoe die auto eruitziet, dat weten ze intussen wel. De meeste amateurfotografen schieten een DS door­gaans van dichtbij in een driekwart aanzicht vanuit oog­hoogte. Alsof het een foto voor de verkoop op Marktplaats is. Daar moeten al die amateurs maar eens mee ophouden. Tenminste, dat vinden beide heren.

Ga hier naar alle tot dusverre verschenen DS Podcasts via de website van de Citroën ID/DS Club Nederland

Erik Buis

De Amsterdamse fotograaf Erik Buis (Leiden, 1962) heeft van kinds af aan liefde gevoeld voor de Citroën DS. Vanuit het raam van de flat waar hij als kind woonde zag hij op straat ‘ronde’ auto’s voorbij rijden. Zo noemde hij DS’en toen. Later wilde hij ook zo’n auto hebben. Als hij een jaar of tien is, zit hij voor het eerst bij een kennis van zijn vader in een zwarte DS23. Die wil niet starten; de man wordt erg boos. Erik begreep daar niets van. Hoe kon je nou kwaad worden op een Citroën DS?

Foto © Erik Buis

Erik heeft fotografie gestudeerd aan de MTS in Den Haag en maakte later de overstap naar de kunstacademie. Fotografie is niet alleen een vak, het is ook kunst. Eigenlijk is hij portretfotograaf. Maar een auto verbeelden, dat mag intussen als zijn tweede specialiteit gelden. Hij heeft voor twee jaargangen van het clubblad La Bombe Citroën de covers gefotografeerd in de voor hem kenmerkende stijl van dynamische fotografie met veel bewegingsonscherpte. Een ‘echte Buis’ haal je er zo uit. Zijn stijl doet een beetje denken aan huisfotograaf van Citroën André Martin die einde jaren zestig, begin jaren zeventig veel brochures gefotografeerd heeft voor Citroën.
Op 32-jarige leeftijd kocht Erik zijn eerste en enige DS. Dat was een derde neus ID19 in een prachtige kleurencombinatie van Gris Kandahar met een zwart dak en rode bekleding. Daar heeft hij vijftien jaar zonder noemenswaardige problemen mee gereden… ook in de winter. Dat doe je niet ongestraft denkt hij nu achteraf, want uiteindelijk slaat het roestmonster toe en de auto werd wel heel krokant. In zijn ogen hoort een Snoek niet in een museum, je moet gewoon ermee rijden. En op clubdagen naar de dames kijken vindt hij het leukst. ,,Maar het allermooiste is toch een wild exemplaar op de snelweg tegenkomen, even er achter hangen en dan heel rustig inhalen.’’

De foto van Helmut Newton uit een Italiaanse DS-brochure (1969) die in deze podcast ter sprake komt. Het model draagt kleding van Paco Rabanne.

Rob Hoen

Deventenaar Rob Hoen (Maastricht, 1958) heeft net als Erik Buis al een lange relatie met de Citroën DS. Al was het alleen maar met zijn eigen auto, want die bezit hij al sinds 1985. Het is een DS21 Hydraulique (non-Pallas) uit 1971 met een bicolor carrosserie in de kleur Beige Albatros met een bordeaux-dak en een donkerrood stoffen interieur. Volgens velen de saaiste kleur die je op een DS kunt vinden. Rob is het daar niet mee eens. Gris Palladium is vandaag in zijn ogen de meest doorsnee kleur in het hedendaagse straatbeeld. Want alle kleuren op DS’en lijken nu een of andere variant grijs geworden te zijn. In de jaren zestig was dat zeker niet zo. Toen was het exclusief; nu niet meer. Heel veel DS’en worden overgespoten worden in de hedendaagse eenheidsworstkleur Gris Palladium. Begin jaren zeventig was 22 procent van alle nieuw verkochte DS’en beige. Lezers van La Bombe Citroën kennen Rob Hoen wellicht van de serie Kleur Bekennen. Deze serie is nog steeds online te lezen. Hij staat bekend om zijn expliciete meningen binnen de club. Zo ziet een DS Pallas – net als de ontwerper van de derde neus Robert Opron – eruit als een botsauto en vindt hij de Citroën C6 de lelijkste Citroën ooit gemaakt.

Verder is hij auteur van series als Getuige DS, DS Privé en ansichtkaartenserie HollanDSe Taferelen. Hij doet ook de eind- en beeldredactie van de website van de Citroën ID/DS Club Nederland. In de jaren negentig was hij coördinator van het clubblad, die destijds een oplage had van 4200 exemplaren.
Hij is van oorsprong sociaal-economisch historicus, maar kwam na zijn studie via de Rijksdienst voor de Monumentenzorg al snel in de journalistiek terecht. Daar werd hij beeldredacteur en heeft daarna voor diverse dagbladen gewerkt en eindigde zijn dagbladcarrière als chef beeld bij dagblad Trouw om daarna als freelance docent film- en fotografie aan de slag te gaan voor vakken als beeldcultuur in fotografie en film, kunstgeschiedenis fotografie, mediatheorie, ethiek en filmgeschiedenis. Nu werkt hij als rijksambtenaar in Amsterdam als senior beeldredacteur bij een grote overheidsorganisatie.

De voorliefde voor de Citroën DS ontstond bij Rob al op jonge leeftijd. Het is het bekende verhaal en heeft alles met jeugdsentiment te maken. In de Alexander Battalaan te Maastricht parkeerde ‘s morgens  iedere werkdag een man zijn tweede neus Citroën DS tegenover zijn geboortehuis. Hij werkte een straat verder in de Wilhelminasingel. Die auto zakte dan in de loop van de dag op zijn buik. Het grote moment was dan als hij weer naar huis ging. Want dan zag Rob de auto langzaam omhoog komen en vervolgens rustig wegglijden. Dat was een fascinerend gezicht dat hij iedere keer weer zag tussen vijf uur en half zes. Later kocht de man een nieuwe witte, derde neus en toen was het definitief. Niet alleen steeg deze DS iedere werkdag op, maar bij het verlaten van de parkeerplaats bewogen de binnenste verstralers elegant mee met de stuurwiel.
In de eerder genoemde Wilhelminasingel in Wijck/Maastricht was ook een grote Citroën-dealer. Dat was Garage van Roosmalen. Daar werden regelmatig nieuwe modellen gebracht met zo’n grote auto-ambulance waar soms wel acht DS’en op stonden. Op weg naar zijn lagere school bleef hij eindeloos kijken hoe die auto’s van de transporter gereden werden. De chauffeur die met grove handschoenen de beugels lostrok, de auto’s startte, deze vervolgens in de op een na hoogste stand zette en eraf reed. Zo verdwenen fonkelnieuwe DS’en, Ami’s, 2CV’s en GS ‘en in deze garage. Overigens spraken ze bij de familie Hoen nooit over snoeken, maar over strijkijzers.

Foto © Rob Hoen

Een foto heeft altijd een betekenis. Die wordt ingegeven door onze persoonlijke zienswijze, geconditioneerd door onze na­tionaliteit, etnische afkomst, opvoeding, onderwijs, religie en culturele ontwikkeling. Een foto kun je lezen als tekst en al die zinnen die op een foto staan, maken wat je in het beeld ziet. Een Citroën-liefhebber zoekt en herkent onmiddellijk een DS op de foto. Hij vergeet verder te kijken wat er op de foto staat. Een gelovige zal als eerste een kerk op de foto zien, een architectuurminnaar zal naar de gebouwen kijken en de DS niet eens opmerken. Ook al kijken we naar dezelfde foto, we zien er verschillende betekenissen in. Context geeft altijd betekenis en dat ontbreekt te vaak als het gaat om DS-fotografie.

Rob is sterk beïnvloed door fotografische stroming New Topographics, die einde jaren zestig, begin jaren zeventig in de Verenigde Staten ontstaat. Het is een groep fotografen die geen enkele artistieke pretentie hebben, maar vooral de ontluisterende invloed van de mens op zijn natuurlijke omgeving willen laten zien. De roman­tische blik op het landschap ontbreekt geheel. Wordt daarvóór het ongerepte landschap gefotografeerd met de overweldigende natuur, de New Topographics-beweging kijkt de andere kant uit. Ze legt juist het alledaagse landschap vast. Die fotografen kijken niet naar de natuur, maar naar de cultuur. Ze hebben een boodschap en ontwikkelen daarvoor een eigen beeldtaal. Een eenzame lantaarnpaal of een benzinestation in het urbane land­schap, een reclamebord, een telefooncel, een wegrestaurant met geparkeerde Amerikaanse slagschepen, de opkomende verstedelijking die de natuur verdringt. Of afval op straat, een gedeukte auto voor een huis… Hoe wij als mensen ingrijpen in de om­geving. Het begrip landschap krijgt een andere dimensie. Het past helemaal in de postmoderne tijdsgeest. New Topographics-fotografen beseffen dat het landschap verandert, vooral door­dat mensen onomkeerbaar ingrijpen.

Het gezin, de natuur en de auto bekeken los van elkaar niets, maar in relatie tot elkaar krijgt de foto betekenis: de bereikbare vrijheid van de nieuwe welvaart van de jaren zestig. (collectie Rob Hoen)

Abonneren op DS Podcast?

Ja, dat kan! Leden van de Citroën ID/DS Club Nederland kunnen automatisch updates ontvangen per e-mail van de DS Podcast als er een nieuwe aflevering online staat. Ga hiervoor naar deze pagina, login met je lidmaatschapsnummer of e-mailadres en vink vervolgens DS Podcast aan. Afsluiten met aanpassen.

 

 

 

 

 

 

 

 

Loading…
Loading…

Bienvenue